Vanaf het midden van de jaren ’60 begonnen de verkoopcijfers van de 2CV te dalen. De belangrijkste oorzaak? De modernere Renault 4 die in 1961 gelanceerd was. Toenmalige directeur Bercot wilde dan ook snel een concurrent voor de R4 op de markt.
Zo begon in 1967 het verhaal van de Dyane. Het was geen opvolger van de geit, de wagen kwam tussen de 2CV en de AMI6 te staan. Toch werd de Dyane op dezelfde productielijn als de 2CV gemaakt. Dat had zo zijn voordelen. Er konden kosten gepaard worden, waardoor de wagen low budget kon gehouden worden. Indien het nieuwe model aansloeg kon de Dyane bovendien de productie van de geit zonder problemen overnemen.
Tegelijk waren er ook wel een aantal beperkingen. Doordat de Dyane dezelfde basis had als de 2CV waren ook de afmetingen gelijk: breder dan de geit kon dus niet. Naast
het platform en de afmetingen, bleef ook
de motor hetzelfde. Die was namelijk fiscaal aantrekkelijker dan die van de R4.
Ontwerp van Panhard
Het ontwerp van de Dyane is niet van de hand van het stylingbureau van Citroën. De designers hadden namelijk hun handen vol met de restyling van zowel de DS als de AMI6. Het ontwerp werd daarom uitbesteed aan een dochterafdeling, de designafdeling van Panhard. Die automobielfabrikant, de oudst nog bestaande in Frankrijk, was deels eigendom van Citroën.
Met de eerste schetsen waarmee Louis Bionier van Panhard kwam, was de Citroën-directie niet helemaal tevreden. Jacques Charreton, die net in dienst getreden was, kreeg de opdracht om het ontwerp aan te passen. Zowel de karakteristieke neus als het achteraanzicht zijn door hem bedacht. Het dashboard is dan weer ontworpen door Henry Dargent. Het werd bovendien integraal overgenomen voor de AMI8.
Naam: Dyane
De oorsprong van de naam ligt vrij voor de hand. Panhard had een patent op namen met Dy-. Denk aan Dyna, Dynavia of Dynamic. In het geval van de Dyane zou er alvast geen link zijn met de Romeinse godin van de jacht.
Vandaag
De Dyanes carrière loopt uiteindelijk tot 1983, al blijft de Acadiane, de opvolger van de Dyane in bestelwagenformaat, nog vier jaar langer bestaan. In totaal werden er ongeveer 1,45 miljoen wagens gebouwd.
Vandaag de dag kan je een Dyane al op de kop tikken vanaf 5.000 euro. Voor gerestaureerde exemplaren met minder kilometers op de teller ligt de prijs wat hoger.
Vervangstukken zijn sowieso goed te vinden. Controleer wel steeds op roest: daar is de Dyane omwille van het dunne koetswerk, net als andere modellen uit die tijd, toch enigszins gevoelig voor.